zij die met hun handen werken

Schermafbeelding 2015-05-20 om 16.38.32Ik woonde ooit samen met een meubelmaker. Hij had een tweekamerwoning achter zijn winkel annex werkplaats. Het was klein en het rook naar hout en politoer en zware shag. Overdag vertrok ik naar mijn werk, administratieve tijdelijke baantjes bij onbetekenende bedrijven. ’s Avonds deed ik het huishouden, want hij was dan nog bezig om een klus af te ronden.

Tv kijken deed ik in die tijd maar weinig. Liever stond ik op zijn vingers te kijken. Hij had echte arbeidershanden: gespierde vingers, dikke aderen erbovenop, eelt verdeeld over zijn handpalmen, altijd wel ergens een vlekje of wondje. Als ambachtsman had hij ware liefde voor zijn vak. Die grote handen konden teder een bolletje poetskatoen hanteren om lijnolie in het hout van een antieke kast te wrijven. Hij grapte erover dat hij het had geleerd net als de Karate Kid: blijven draaien, steeds dezelfde beweging.

Wat mij fascineerde was zijn vertrouwdheid met het materiaal. Hij vond het geen enkel probleem als ik op zijn vingers bleef kijken. Integendeel, hij had er lol in om mij tot in de kleinste houtdetails uit te leggen hoe hij het vak had geleerd. Net zoals je minstens 10.000 uur moet hebben gestudeerd om een professional te zijn, vertelde hij dat hij als assistent (gezel) het meeste leerde door steeds maar weer dezelfde handelingen te verrichten.

Mensen die met hun handen werken hebben vaak eindeloos geduld. Waar de toeschouwer allang is afgehaakt, gaan zij rustig door met hun routinematige handelingen. Voor hen is het werk geen routine, alleen de beweging is routine. Het resultaat waarnaar ze streven is wat ze steeds voor ogen houden. Het perfect gepolitoerde oppervlak bijvoorbeeld. De beweging zit verankerd in hun lichaam, dat is afgestemd om de kleinste verandering in het oppervlak waar te nemen.


Schermafbeelding 2015-05-20 om 16.39.20Net als een topsporter twijfelde mijn meubelmaker nooit
aan zijn vaardigheid of zijn vakkennis. Deed hij iets voor het eerst, dan las hij erover in boeken of ging bij een vroegere werkmeester informeren. Let wel, dit was ver vóór het internet zijn intrede deed.

Die zekerheid dat je niet hoeft te twijfelen aan wat je handen kunnen. In onze huidige tijd hebben we nog nauwelijks waardering van hen die met hun handen werken. Omdat je er vieze handen van krijgt of omdat het niet genoeg verdient of omdat je iedere dag hetzelfde doet.

Mijn ambacht is schrijven in opdracht van anderen. Dat is nooit routine en tegelijkertijd is het dat wel. Geen routine omdat iedere communicatievraag anders is. Wél routine omdat ik weet hoe technisch een communicatiemiddel wordt opgebouwd en welk doel het dient.

Mijn ‘handen’ zijn bedreven in het samenbrengen van middel en doel. Het materiaal verandert en het doel van de klant is uniek, maar het samenbrengen verandert niet. Als schrijver ben ik dus een vakvrouw en heb ik mijn ambacht in de vingers. Pas nu, met 38 jaar werkervaring waarvan 10 zelfstandig, durf ik erop te vertrouwen. Het is een prachtig vak.

Vind je het ook fijn om te kijken naar mensen die hun vak verstaan? Op Those Who Make vind je filmpjes van meubelmakers, koperslagers en glasblazers aan het werk. De twee foto’s in deze blog komen uit een filmpje op deze site.