2/2 waarom dienstbaar zijn geen verwachtingen verdraagt

onvoorwaardelijk er voor een ander zijn<vervolg> De animatie op Google vertelde het verhaal van een moeder (of oma) die haar (klein)dochter uitlegt dat je alles kunt worden wat je maar wil. Dat dat gezegd moet worden lijkt in onze Westerse samenleving overbodig. Waarom zou je dat voor meisjes moeten benadrukken als je dat niet voor jongens ook doet? En als je nu niet dienstbaar wilt zijn?

Nog belangrijker is het om omstandigheden te creëren voor meisjes om hun doel te bereiken. Niet alleen met onderwijs. Of luisteren naar anderen. Of dienstbaar zijn aan anderen. Vooral in de samenleving zelf moet die boodschap zijn ingebed. Want daarin schieten we met zijn allen te kort.

Mijn afstudeerscriptie van de lerarenopleiding gaf ik de titel Dienstbaarheid als beroep. Ik ontdekte pas aan het einde van mijn opleiding Omgangskunde (sic!) dat er in al die jaren geen colleges of practica gewijd waren aan feminisme, vrouwen in de samenleving of ongelijkheid tussen man en vrouw. Vanuit mijn verontwaardiging ben ik boeken gaan lezen. Bijvoorbeeld De Tweede Sekse van Simone de Beauvoir en pamfletten van Joke Smit.

Van vrouwen wordt dus verwacht dat ze gehoorzaam en dienstbaar (aan de man) zijn. Hoe brengen we dat met zijn allen tot stand? Door onze kinderen op te voeden vanuit onze aannames hoe een man moet zijn en hoe een vrouw moet zijn. Die inprentingen krijgen we mee door alles wat we om ons heen zien, horen en meemaken. Dit heet ‘seksespecifieke socialisatie’.

Deze ontdekking heeft mij gevormd in hoe ik kijk naar carrière, werken en in de samenleving staan. Mijn moeder gaf mij net zo’n overall als aan mijn broertjes om buiten in de modder te spelen. Ze liet mij vrij in mijn keuze of ik een rok of broek wilde dragen. Ze heeft mij nooit verteld dat ik later moet trouwen en kinderen moet krijgen. Mijn zussen ook niet trouwens.

Dienstbaar zijn is geen beroep noch een beroepshouding. Het is een menselijke eigenschap. In onze samenleving is iets doen voor anderen voorbehouden aan oudere mannen en vrouwen na hun pensioen, die graag actief willen blijven. Of we krijgen het via sociale media in tweedehands uitspraken van Oosterse wijsgeren opgediend.

Net zo min als je mensen kunt verplichten spontaan te zijn, kun je mensen opleggen om dienstbaar te zijn. Want het zit al in je systeem. Ieder mens kiest er zelf voor wanneer het moment daar is om dienstbaar te zijn. Dus niet pas na je pensioen of omdat de juffrouw op school het je oplegt.

Ieder mens heeft een rol, die je in de loop van je leven leert ontdekken. Onze existentie wordt erkend door de ander, schreef Sartre. Dienstbaar zijn wordt dus bepaald door de verwachtingen van een ander. De verwachting dat je je als meisje gedraagt zoals je moeder of vader het beeld van een meisje heeft ingeprent. De aanname van je juf of meester dat een meisje liever met poppen dan met auto’s speelt. De verwachting dat een vrouw liever de billen van een hulpbehoevende afveegt dan met een drilboor de straat openbreekt.

Als jou iets wordt opgelegd, dan hangt het van de boodschap van je ‘opdrachtgever’ af hoe je daarmee omgaat. Is het een bevel zonder weerspraak? Dan voel je weerstand. Is het een nogal flemend uitgesproken vraag? Weerstand. Voel je de verborgen agenda tussen de letters door sijpelen? Weerstand.

Zodra je echter een oprechte vraag om hulp krijgt waarin het verwachte antwoord niet besloten ligt, dan pas wil je je best gaan doen het antwoord te geven en die hulp te bieden. Open, eerlijk, integer, met respect voor de keuze van de ander.

Dát zouden ze bij het maken van regelgeving bij de overheid nou eens moeten beseffen: wij burgers willen niet aan verwachtingen voldoen. Wij willen iets voor een ander betekenen als we een eerlijke en oprechte vraag krijgen. Geen regels waarin voorwaarden verscholen liggen. Gewoon, een open vraag zonder bijbedoelingen.